Céline heeft voordat ze bij ons kwam stagelopen veel gewerkt als dansdocente!
“Dance like no one is watching”
Naam: Céline
Leeftijd: 27
Beroep: dansdocent
Hoe ziet je werkdag eruit?
Overdag bereid je vaak je lessen voor, en geef je daarnaast regelmatig workshops op basisscholen.
In de avond geef je vaak lessen bij dansstudio’s, gymnastiekverenigingen en sportscholen en maak je choreografieën voor projecten.
De dagen duren meestal tot laat, omdat je regelmatig moet reizen naar de omliggende dorpen en je vaak lesgeeft bij verschillende dansscholen of verenigingen.
Waar moet je goed in zijn?
– Je moet creatief kunnen denken;
– Snel kunnen improviseren, als je iets hebt bedacht loopt het niet altijd zo in de praktijk;
– Doorzettingsvermogen, ook als je ziek bent moet je er staan;
– Muzikaal zijn. Je moet de muziek uittellen en op de maat van de muziek bewegingen bedenken;
– Flexibel zijn in je tijden. Je werkt vaak tot ’s avonds laat, en moet soms ’s morgens weer vroeg op;
– Met alle leeftijden kunnen werken, je geeft vaak dansles aan jong en oud;
– Je eigen administratie doen en bijhouden. Doordat je voor veel verschillende organisaties en projecten werkt moet je de administratie en uren/reiskosten goed bijhouden;
– Organisatie vermogen, iedere vereniging wil vaak aan het einde van het seizoen een voorstelling organiseren, hier denk je in mee, qua licht, muziek, kostuums, attributen, kosten, locatie en PR.
Wat vind je leuk aan dit werk?
Wat ik heel erg leuk vind, is dat iedere dag er anders uitziet en je lessen vaak anders lopen dan je had bedacht in de voorbereiding. Hierdoor moet je improviseren, en eigenlijk ook zo dat de groep dit niet gelijk doorheeft.
Daarnaast is het fantastisch als je naar een voorstelling toewerkt om het resultaat daarna op het podium te zien. Dit maakt je als dansdocent erg trots!
Hoe ben jij dit geworden?
Ik ben mijn hele leven al bezig met dansen, op mijn 5e begon ik met jazz-ballet en heb me later steeds verder ontwikkeld in verschillende stijlen. Toen ik niet wist welke opleiding ik moest doen, heb ik mijn hart gevolgd en de MBO opleiding: Artiest Dans gevolgd. Vanuit de opleiding wordt je zowel opgeleid als docent en artiest. Hierdoor ben je allround als danser, en heb je eventueel ook na je artiestenperiode een mogelijkheid om in het werkveld als docent aan de slag kunt.
Heb je een tip voor onze jongeren?
Volg je hart, doe wat je leuk vind. Dan is werken niet meer zo erg!
Welke MBO-opleiding kan je doen om dit te worden?
Niveau 4:
– Danser
– Musicalperformer
De 10 talenten voor dit beroep:
– Creatief
– Improvisatievermogen
– Doorzettingsvermogen
– Muzikaliteit
– Flexibel
– Organisatievermogen
– Communicatief
– Dans
– Onderwijzen
– Zelfstandig werken